Eindhovense zwemcoaches Pearson en Janssen over het olympisch traject, hun samenwerking én de rol van BrabantSport

Net als zijn zwemmers wil coach Geert Janssen ook pieken op het juiste moment. ‘Ik moet op een belangrijk toernooi zoals de Eindhoven Qualification Meet ook performen’, vertelt Janssen enkele dagen voor de start van het toernooi. ‘Ik wil de beste coach zijn voor mijn twaalf zwemmers. Ik doe er alles aan om ze zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn.’

Janssen zegt gezonde spanning te voelen in aanloop naar grote wedstrijden, zoals de olympische kwalificatiewedstrijden vanaf donderdag tot en met zondag in het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion. ‘Ik probeer er een sport van te maken om, net als mijn zwemmers, ook in topvorm te zijn voor een belangrijk toernooi. Ik ga vroeg naar bed, probeer mijn rust te pakken en afgelopen weekend heb ik wat afleiding gezocht zodat ik donderdag met de goede mindset aan de badrand sta.’

De 31-jarige Janssen staat te boek als een talentvolle zwemcoach die al de nodige meters heeft gemaakt. Al in 2017 debuteerde hij als coach op de EK kortebaan in Kopenhagen. Janssen was destijds hoofdcoach van PSV Zwemmen en begeleidde onder meer Joeri Verlinden en Arjan Knipping. Vervolgens was hij enkele jaren talentcoach voor jonge zwemmers in het opleidingscentrum om in de zomer van 2022 te worden gepromoveerd tot coach van het High Performance Center (HPC).

In het HPC werkt Janssen nauw samen met de ervaren coach Patrick Pearson, die in het verleden grote successen beleefde met Ranomi Kromowidjojo. Waar Janssen de talentvolle zwemmers tussen de 17 en 22 jaar traint, heeft Pearson in het HPC de elitezwemmers onder zijn hoede met onder meer de absolute ster van het Nederlandse zwemmen: Marrit Steenbergen (24).

Wereldtijd

Sinds de nazomer van 2021 werkt Pearson met Steenbergen en boekt hij spectaculaire resultaten met de zwemster die eerder langere tijd worstelde met fysieke en psychische ongemakken. In de 2,5 jaar dat Steenbergen met Pearson samenwerkt is ze op de 100 meter vrije slag maar liefst twee seconden sneller gaan zwemmen. Ze ging van 54,1 naar een wereldtijd van 52,2; een ongekende progressie. Haar toptijd van 52,26 – de achtste tijd ooit gezwommen door een vrouw – zette Steenbergen twee maanden geleden neer op de WK langebaan in Doha. Hiermee veroverde ze haar eerste wereldtitel.

Pearson verwacht niet dat Steenbergen op de Eindhoven Qualification Meet (EQM) haar niveau van de WK haalt. ‘Na de WK zijn we een intensief trainingsblok ingegaan. Nu investeren we met de EQM in een wedstrijdblok dat haar richting de zomer klaar moet stomen. Ik verwacht op de EQM geen 52’er van Marrit en dat hoeft nu ook niet. Wel wil ik een groeiende vorm zien. Een paar weken geleden zwom ze op een wedstrijd in Antwerpen 53,5 dus ik verwacht dat het hier iets sneller kan gaan. Maar wie weet kan ze ons en zichzelf verrassen.’

Behalve Steenbergen heeft Pearson in het HPC nog zeven zwemmers onder zijn hoede: Nyls Korstanje, Stan Pijnenburg, Maaike de Waard, Kim Busch, Imani de Jong, Sam van Nunen en Janna van Kooten. Steenbergen (50, 100 en 200 meter vrije slag en 200 wisselslag) en Maaike de Waard (100 rugslag) zijn al zo goed als zeker van deelname aan de Olympische Spelen. Per afstand mag Nederland twee zwemmers afvaardigen en de kans is klein dat er andere zwemmers onder de tijden van deze twee dames duiken.

Voor diverse andere zwemmers uit de groep van Pearson staat er de komende dagen wel veel op het spel. ‘Kim Busch heeft op dit moment de tweede tijd staan op de 50 vrij maar zij voelt de hete adem van Valerie van Roon in haar nek’, licht Pearson toe. ‘En Stan Pijnenburg moet op de 100 vrij een persoonlijk record zwemmen om zich individueel te plaatsen voor Parijs.’

Het pr van Pijnenburg staat op 48,53 waar de olympische limiet 48,34 seconden is. Wel heeft de Brabantse zwemmer momenteel de snelste 100 vrij in de benen waardoor hij grote kans maakt op een plek in de estafetteploeg van de 4x100 meter wisselslag mannen. Maar de concurrentie kan hem nog voorbijgaan.

Mocht Pijnenburg (27) zich plaatsen voor de Spelen dan mag dat als een klein wonder worden beschouwd. In februari vorig jaar liep de 1.96 meter lange Brabander na een vliegreis uit Curaçao een longembolie en een longinfarct op als gevolg van trombose in zijn been. Pijnenburg stond maandenlang aan de kant en maakte afgelopen najaar zijn rentree op het wedstrijdblok.

Buitenkansje

In de groep van twaalf zwemmers die Janssen begeleidt, onder wie schoolslagzwemmer Koen de Groot (20) en wisselslagspecialist Thomas Jansen (22), is kwalificatie voor de Olympische Spelen op het eerste gezicht niet realistisch. Janssen: ‘Ze gaan er natuurlijk wel voor om de olympische limiet te halen. Het is een buitenkansje en die proberen ze te pakken. Maar het is geen do or die-wedstrijd. Hun carrière is niet voorbij als ze de Spelen niet halen. Dan gaan we kijken hoe we de zomer anders invulling kunnen geven.’

‘Kijk, Koen de Groot heeft op de schoolslag twee supergrote kanjers voor zich met Arno Kamminga en Caspar Corbeau dus dat is voor nu een lastig verhaal. Thomas Jansen heeft op de 400 meter wisselslag weinig concurrentie in Nederland, maar de limiet staat best scherp’, zegt Janssen.

Hoewel Pearson en Janssen ieder hun eigen groep zwemmers begeleiden, is er ook veel sprake van kruisbestuiving. Janssen: ‘We helpen elkaar, delen onze kennis en ervaring. Ik leer veel van Patrick op het gebied van starten en keerpunten en hij is ook analytisch heel sterk. Andersom help ik Patrick weleens met details op het gebied van de schoolslag. En als hij met enkele zwemmers in het buitenland is, trainen de anderen bij mij. Andersom gebeurt dat ook.’

Pearson: ‘We hebben een heel fijne samenwerking. We durven onze kwetsbaarheden naar elkaar toe te tonen, niemand heeft de wijsheid in pacht. Ik voel ook niet dat ik leidinggeef aan Geert, ik geef hem veel ruimte. Inhoudelijk sluiten we goed op elkaar aan. We hebben allebei een enorme passie voor het zwemmen, maar we zijn qua persoonlijkheid wel verschillend. Ik ben wat rustiger, Geert is meer extravert. Ik denk dat we complementair aan elkaar zijn.’

TeamNL centrum

Zoveel zwemmers, zoveel wegen naar de top én zoveel individuele programma’s. Achter die topsportprogramma’s werken vele mensen in de schaduw zodat de sporters zich zo goed mogelijk kunnen richten op hun sportieve prestaties.

In het TeamNL centrum van BrabantSport worden topsporters en talenten begeleid door experts op het gebied van prestatiegedrag, krachttraining, topsportleefstijlcoaching, voeding en op medisch en paramedisch vlak. Bovendien faciliteert BrabantSport het badwater en regelt de organisatie de huisvesting voor sporters.

Pearson en Janssen roemen de korte lijntjes met BrabantSport. ‘Het is heel prettig dat zij kantoor houden in het zwembad’, vindt Pearson. ‘De medewerkers van BrabantSport luisteren niet alleen naar onze wensen, ze denken ook echt mee. Bijvoorbeeld als er een nieuw staflid aangesteld moet worden.’

Janssen: ‘Je loopt zo bij elkaar naar binnen. Het is een sfeer van ons kent ons en dat werkt heel prettig. Ik vind het ook mooi om te zien dat de mensen van BrabantSport heel trots zijn als onze zwemmers goed presteren. We doen het hier echt samen.’ Pearson: ‘Ik wil nog maar even gezegd hebben welke rol BrabantSport speelt. Zonder BrabantSport zou het topzwemmen in Eindhoven geen bestaansrecht hebben.’