Yara Kastelijn
Feestbeest op de fiets
Veel kinderen willen “op” een sport. Maar wat dan? Zo ingewikkeld was dat vroeger niet in het dorpje Neerkant. De jongens gingen op voetbal, de meisjes op korfbal. Ook Yara Kastelijn maakt de voorspelbare keuze, maar niet voor lang! De korfbal ruilde ze in voor een fiets waarmee ze als veldrijdster en wegwielrenster grote successen behaalt.
“Ik denk dat ik na zwemles op korfbal ging, een jaar of vijf zal ik zijn geweest”, begint Yara als we het over haar sportjeugd hebben. “Toen ik negen was, kwam ik in aanraking met fietsen. Mijn vader fietst op zondagochtend met een toer groepje. Toen is mijn broer met hem meegegaan en vervolgens is mijn broer gaan fietsen. Dit werd dinsdag- en donderdagavond bij de wielerclub RTC Buitenlust. Maar omdat mijn vader altijd laat thuis was van het werk, moesten mijn zus en ik met mijn moeder en broer mee naar de wielerclub. Je had daar van die kleine leenfietsjes staan en natuurlijk gingen wij als kinderen dan ook een rondje rijden op de 400m baan. En ik vond het meteen leuk!”
Yara straalt als ze over ‘vroeger’ vertelt. “Eigenlijk denk ik er niet vaak over na, maar nu je het me vraagt zie ik het weer helemaal voor me. Elke zondag waren er veldritwedstrijden en dat was voor onze familie gewoon een dagje uit. Ik fietste mee in de jongste categorie en moest dus in de ochtend koersen, mijn broer is vijf jaar ouder en die was pas later op de middag aan de beurt. En zo kwam het dat wij hele dagen rondom een parcours te vinden waren. Je speelt daar met andere kinderen, kijkt wedstrijden, bent de hele dag buiten, dat was echt genieten.”
Het spelen is natuurlijk een keertje over. Yara wordt beter en beter, en wint steeds vaker.
Met Marianne Vos als haar grote voorbeeld fietst ze haar droom om profrenster worden achterna. Ze rijdt als 16-jarig meisje haar rondjes op het WK veldrijden bij de senioren, wordt meervoudig Nederlands kampioen veldrijden en in 2019 zelfs Europees kampioen. Als ze overstapt naar het wegwielrennen boekt ze ook daar serieuze overwinningen. Een etappewinst in de ronde van Frankrijk ‘23 – waarin ze ook nog werd verkozen tot meest strijdlustige renner – laat online ontroerende beelden zien van Yara en haar moeder, dolgelukkig na zo’n grote zege.
“Mijn familie is enorm betrokken. Bij het veldrijden stond mijn moeder altijd bij start en finish. En mijn vader en broer stonden bij de materiaalpost klaar met reservefietsen. Nu gaan ze nog steeds veel mee naar de wedstrijden. Mijn vader neemt er zelfs snipperdagen voor op!”
De weg naar succes
Hoewel er veel succes is, kent ook Yara tegenslag. Hoe gaat ze daarmee om?
“Voor de buitenwereld kan ik snel schakelen. Maar in mijn hoofd blijft een stemmetje dan soms lang hangen. Wat ik dan doe, is aan appje naar mijn mental coach sturen. Je moet soms gewoon even om hulp vragen als je er alleen niet uitkomt. Dat heb ik de afgelopen jaren geleerd door te ervaren. En dit werkt goed.”
Om zo succesvol te worden, heeft Yara heeft een pittig trainingsschema. Tijdens die ritten luistert ze naar muziek, overigens met speciale oortjes die muziek en verkeersgeluiden kunnen scheiden. “Ik luister geen techno of house ofzo, maar Nederlandstalige feestmuziek. Ik heb mijn feestje op de fiets in plaats van in de kroeg!” Gevraagd naar feestjes blijkt Yara sowieso wel een voorkeur te hebben. “Ik houd niet van mensenmassa’s dus je vindt me niet op een festival. Hoewel ik wel ooit bij Guus Meeuwis ben geweest en dat was echt heel gaaf! Maar liever ga ik gewoon gezellig even bijkletsen.”
Dat bijkletsen blijkt is onderdeel van haar ideale vrije dag. Lekker lunchen met vriendinnen mag dan ook zeker niet ontbreken. En het uitoefenen van haar hobby; koken en bakken, kan een vrije dag laten eindigen met een zelfgemaakte pizza. “Nee, niet zo’n supergezonde. Een gewone bodem, veel kaas en spekjes.”
Ochtendmens
Wielrennen is haar grootste passie, maar als ze mee mag doen aan de Olympische Spelen in een andere sport, wat zou ze dan kiezen? “Hardlopen. Daar ben ik best goed in en ik vind het leuk om te doen. Ik vind het ook leuk om naar atletiek te kijken, want dat duurt niet lang.” Lachend. “Ja, ik heb best wel een korte spanningsboog. Vroeger op school was ik in de ochtend ook op mijn best en in de middag was het wel een beetje klaar.”
Maar hoe werkt dat dan als ze een wedstrijd moet rijden die om 13.00 begint?
“Als je in of rond een wedstrijd zit, zeker bij een meerdaagse, dan is voor jou als renner alles geregeld. Je hoeft nergens aan te denken. Je schema is bepaald, wat je aantrekt is al besloten, je eten staat klaar, enzovoort. Op een gegeven moment weet je niet eens meer welke dag het is. Het besef van tijd is er veel minder. Je bent dus soms in de ochtend vrij passief en dat is goed, zo kun je om 13.00 in volle focus aan de start verschijnen.”
Voor een ochtendmens als Yara zijn er dan na het wakker worden en de start nog wel wat uurtjes te overbruggen. Met een teammaat kletsen kan dan de tijd doden. Al heeft ze stiekem wel wat eisen aan haar roommate tijdens trainingskampen of wedstrijden, vertelt ze tot slot.
“Ik ben een vroege slaper, ben vroeg wakker, heb een hekel aan rotzooi.” Heeft ze dat thuis ook? Met een glimlach maar tóch overtuigd: “Ja, mama zal er misschien anders over denken. Maar zij verplaatst altijd de spullen waar ík ze heb neergelegd. Dus het ligt niet aan mij…”