Chelsey Heijnen
Zorgzame strijder
Wie Chelsey Heijnen ontmoet, merkt meteen: hier staat iemand met vuur in de ogen en een rechte rug. Niet alleen door haar jarenlange training in de boksring, maar vooral door de manier waarop ze in het leven staat. Ze is een vechter, op alle fronten. Niet alleen in de sport, maar ook daarbuiten: als trainer, mentor, begeleider en voorbeeld voor jonge talenten. En tegelijkertijd is ze ook gewoon Chelsey uit Roosendaal, die nog thuis woont en graag Italiaans eet na een toernooi.
Van rugbyveld naar boksring
Chelsey begon helemaal niet als bokser. Ze rugbyde op hoog niveau, zelfs in het Nederlands onder-18 team. Maar haar fysiek-coach vond dat haar voetenwerk beter kon en stelde voor: ‘Ga eens boksen, dat helpt.’
“In het begin deed ik het ernaast. Maar na mijn eerste echte bokswedstrijd dacht ik al: dit is het. “
Gelijk na haar eerste wedstrijd ging het snel en wist ze een flinke reeks overwinningen achter elkaar te boeken. Voor Chelsey het wist stond ze tegenover meiden met veel meer ervaring. Op haar 18e ging ze als underdog naar het EK-jeugd. Niemand kende haar naam. Maar ze won twee partijen voortijdig, won de halve finale overtuigend en stond ineens in de finale en pakte goud. “Dat was het moment dat ik mezelf écht bokser ging noemen.”
De overstap was spannend. Rugby was een teamsport met olympisch perspectief; boksen was onbekender terrein. Toch koos Chelsey ervoor om haar eigen pad te volgen. “Ik had geen idee waar het zou eindigen, maar ik wilde gewoon knallen.” En dat deed ze: met als hoogtepunt een bronzen WK-medaille en deelname aan de Olympische Spelen in Parijs.






Niet alleen bokser, ook bouwer
Inmiddels is Chelsey 26 en traint ze nog steeds keihard. Ze staat om 7 uur in de sportschool en traint ’s avonds opnieuw. “Mijn werkgever is ook mijn trainer, dus het is geven en nemen. En het mooie: mijn werk en sport zijn op dezelfde plek.” Ze werkt ca. 25 uur per week bij Aleco, een centrum voor sport, gezondheid en begeleiding in Roosendaal. Daar helpt ze niet alleen jonge topsporters met krachttraining en alle andere zeken die komen kijken bij talent en topsport. Ook begeleidt ze kwetsbare jongeren, en organiseert ze teambuildingsactiviteiten voor bedrijven.
“Ik ben hier eigenlijk een soort tussenpersoon,” zegt ze. “Ik geef training, maar ook advies. Hoe vertel je je ouders dat je de combinatie school en topsport heel moeilijk en zwaar is? Of hoe ga je om met faalangst? Ik heb het allemaal zelf moeten uitvinden, dus ik help nu graag anderen.” In een wereld waar topsport vaak om prestaties draait, zoekt Chelsey juist verbinding. “Ik wil dat ze plezier houden. Als je geen plezier meer hebt, houd je het niet vol. En dan ben je het kwijt.”





Een eenzame sport
Boksen is een harde, fysieke sport. Maar het mentale aspect is minstens zo zwaar. “Mijn fysiek-coach en ook bokstrainer adviseerde: ‘Doe het niet. Boksen is een eenzame, verdrietige sport.’ En dat is soms ook zo. Als je wint, sta je alleen (althans; alleen met je trainer). Als je verliest, ook.” Geen team dat je opvangt. Geen excuses. Alles valt of staat met hoe jíj je voelt en presteert. “Als ik een toernooi verlies, trek ik me even terug. Even uitrazen. En dan weer door.”
Ze moet lachen: “Ik ben niet iemand die huilt bij winst. Geen armen in de lucht of geknuffel. Gewoon: handje omhoog en klaar.” Toch zijn er momenten geweest dat het haar te veel werd. Zoals op de Olympische Spelen in Parijs, waar ze als enige Nederlandse bokser stond. “Ik verloor in de kwartfinale. Geen medaille. Toen heb ik wél gehuild. In de armen van mijn coach. En dat mag.”
Ook vond ze tijdens deze spelen steun bij andere topsporters, zoals Estavana Polman en Angela Malestein. “Zij hebben echt gezorgd dat ik daar niet als lonely bokser rond liep en brachten een enorme dosis plezier en fun met hen mee. Een beetje luchtigheid in het grootste van dit event. Ze hielden me echt op de been. Ze daagden me uit, sleepten me mee. Ik zou nog wel een keer een potje met ze willen boksen, voor de lol dan hè. Sterker nog, ze hebben al een soort van uitgedaagd.”





Wegen, werken, winnen
Chelsey bokst in de 60 kilo-klasse, en dat vraagt wat. “Sociale uitjes? Die hebben gevolgen. Eén avond uit eten en ik kan twee kilo zwaarder zijn. Dan moet ik dat weer kwijt, voor de weging.” Ze leeft strak. En als ze niet bokst? Dan werkt ze. “Dat werk is waar ik ook enorm blij van word. Als ik alleen maar zou boksen, zou ik doodongelukkig worden.”
Haar guilty pleasure? “Italiaans eten met een goed glas rode wijn. Maar alleen ná het toernooi, hoor.” Tijdens toernooien is ze streng. Geen alcohol, geen rare fratsen. En: altijd een groengele banaan, pure chocolade en Dextro’s klaarleggen. “Die liggen al klaar op mijn stoeltje, met mijn bitje, haarnetje en handdoek. Dan weet ik: ik ben er klaar voor.”
Een toekomst met een gouden plak en een vent
Chelsey is nog lang niet klaar. Haar doel: nog één keer schitteren op het grootste podium, de Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles. Naast de ring droomt Chelsey van haar eigen huis. En van een gezin. “Ik zou wel een vent willen, ja. Maar dat is lastig in onze wereld.” Ze lacht. “Op Tinder vragen ze dan: wat doe je? ‘Ik boks.’ En dan krijg je meteen: ‘Oh, met jou moet ik geen ruzie hebben.’ Tsja!” Uitgaan is ook ingewikkeld. “Mensen willen dan stoer tegen je doen, en willen met je boksen. Dus stappen doe ik niet snel.” Lachend: “Misschien moet ik maar een sportieve datingapp maken. SportMatch of zo.”
